Vraag

Een lid onzer Kerk verzocht ons voor onderstaande vraag een plaatsje in de „Vrije Kerk". Wij willigen dat verzoek gaarne in, vertrouwend, dat deze of gene onzer lezers wel tijd en lust zal hebben, om haar in dit tijdschrift te beantwoorden.


VRAAG.

Wat verstaat Paulus in Rom. 3 : 22 en 26 en in Gal. 2 : 16 en 20 onder de uitdrukking: geloof van Jezus (Christus, des Zoons van God)?

L.

B.


De bedoeling dezer vraag is zeker deze, of daaronder verstaan moet worden het geloof, dat Jezus zelf bezit, of dat Hij bewerkt, of dat Hem tot voorwerp heeft. Er is hier reeds veel over geschreven, (A. Scholten, Leer der Herv. Kerk II, p. 77, 4e druk) maar uitgemaakt en voor allen bevredigend opgelost is de kwestie nog niet. Ze mag daarom nog wel eens besproken worden.


Franeker.

H. Bavinck.






Please send all questions and comments to Dmytro (Dima) Bintsarovskyi:
dbintsarovskyi@tukampen.nl

x
This website is using cookies. Accept