Gereformeerde Dogmatiek, 2e druk. |
155. Dit getuigenis van de Heilige Geest wordt niet daardoor te niet gedaan, dat het in de gelovigen schijnbaar zo verschillend is. Bellarminus bracht er reeds tegen in, dat Luther en Calvijn ondanks dit testimonium Sp. S. een zeer afwijkend oordeel velden over de brief van Jakobus. Maar de Heilige Geest getuigt in het hart van de gelovigen niet alleen aangaande de Heilige Schrift, maar evenzeer in betrekking tot alle andere andere waarheden van het heil. Er is geen kerk, die in deze zin niet een getuigenis, een verlichting van de Heilige Geest aanneemt. En toch wordt daardoor verschil in de belijdenis van de onderscheidene waarheden niet uitgesloten. Wij geloven één heilige algemene Christelijke kerk, een gemeenschap van de heiligen; alle gelovigen belijden één Heer, één geloof, één doop, en zijn gedrenkt tot één Geest; en toch is er verdeeldheid en strijd tussen de kerken onderling en in de voornaamste artikelen van het geloof. De eenheid van de Christelijke kerk ten aanzien van de Schrift is veel groter dan in enig ander dogma; zelfs dat van de triniteit en de Godheid van Christus niet uitgenomen. Toch doet al dat verschil ons niet twijfelen aan de eenheid van het geloof en van de kennis, aan de katholiciteit van de kerk, aan de leiding van de Geest in alle waarheid; want verschil zal er blijven, zolang de kerk onvolmaakt, het hart verdorven, het inzicht beperkt, het geloof klein en zwak is. In de enkele gelovige is het testimonium Spiritus Sancti niet altijd even sterk en luid; omdat het ten nauwste met het geloof en het geloofsleven samenhangt, gaat het op en neer en is aan twijfel en bestrijding onderhevig. Als in de gelovige de zonde de overhand neemt, wordt de bewustheid van zijn vergeving verduisterd en verliest het getuigenis van de Heilige Geest aan kracht. Ons geloof aan de Schrift neemt af en toe met ons vertrouwen op Christus. De belijdenis van het testimonium Spiritus Sancti is zo hoog en ideaal, dat de werkelijkheid van het Christelijk leven er dikwijls ver beneden blijft. Daarbij komt, dat de Schrift zeer zeker een boek is ook voor de enkele gelovige, maar toch in verband met de kerk van alle eeuwen. De Schrift is aan de hele kerk geschonken, aan de gelovigen van alle tijden en plaatsen. De enkele gelovige voedt zich altijd met een klein gedeelte van de Schrift. Er zijn hele gedeelten van de Schrift, die voor de individuele gelovigen, ja voor gehele kerken en tijden, een gesloten boek blijven. Maar de belijdenis van de Schrift als Gods woord is een belijdenis van de hele kerk, waarmee de enkele gelovige instemt, en die hij ook voor zijn persoon en naar de mate van zijn geloof steunt en handhaaft1. Het testimonium Spiritus Sancti is niet een particuliere opinie, maar het getuigenis van de kerk van alle eeuwen, van de hele Christenheid, van heel de herboren mensheid. Die kerk stond ook eenmaal in al haar leden, evenals de wereld, vijandig tegenover het woord van God. Maar de Heilige Geest heeft het in en bij haar opgenomen voor de waarheid van Christus. Hij heeft haar vijandschap gebroken, haar verstand verlicht, haar wil gebogen; en bewaart haar bij de waarheid van eeuw tot eeuw en van dag tot dag. Heel de belijdenis van de gemeente is een testimonium Spiritus Sancti. Het is het ja en amen, dat de gemeente uitspreekt op de waarheid van God. Het is het: Abba Vader, uw woord is de waarheid, dat uit de harten van alle gelovigen opstijgt. Zo weinig is het testimonium Spiritus Sancti de Achilleshiel van het Protestantisme, dat het veeleer verdient te heten de hoeksteen van de Christelijke belijdenis, de kroon en het zegel van alle Christelijke waarheid, de triomf van de Heilige Geest in de wereld. Neem het getuigenis van de Heilige Geest weg, niet alleen in betrekking tot de Schrift maar tot alle waarheden van het heil, en er is geen kerk meer. Want het getuigenis, dat de Heilige Geest aan de Schrift als het woord van God geeft, is maar een enkele toon in het lied, dat Hij op de lippen van de gemeente legt; het is maar een klein gedeelte van dat grote, goddelijke werk, dat aan de Heilige Geest is opgedragen, om nl. de volheid van Christus te doen wonen in zijn gemeente. Maar zo beschouwd, is dit getuigenis van de Heilige Geest ook tegenover tegenstanders niet van alle waarde ontbloot. Wanneer het losgemaakt wordt van heel zijn omgeving en afgesneden wordt van het geloofsleven, waarin het wortelt, van de gemeenschap van de heiligen, waarin het bloeit, van het geheel van de Christelijke waarheid, waarmee het samenhangt; zeer zeker, dan verliest het tegenover bestrijders al zijn kracht, en is het ja van de een niet sterker dan het neen van de ander. Maar opgevat als getuigenis, door de Heilige Geest afgelegd in de harten van alle kinderen van God aangaande de waarheid, welke daar is in Christus de Heer, laat het niet na indruk te maken op het gemoed, ook van de hardnekkigste bestrijder. Ook dan komt het nog niet op één lijn te staan met een logische redenering of een mathematisch bewijs. Het behoudt een eigen kracht. Maar ongelukkig was de wetenschap eraan toe, als ze alleen rekenen mocht met wat demonstrabel is. Heeft de consciëntie geen macht, omdat de onzedelijke mens ieder ogenblik tegen haar getuigenis ingaat? Verdienen de principia van de wetenschap geen geloof, omdat de scepticus ze weigert te erkennen? Is de Heilige Schrift machteloos, omdat haar waarheid niet kan betoogd worden aan de psychische mens? De kracht van al deze zedelijke machten is juist daarin gelegen, dat zij zichzelf niet demonstreren, maar in hoge majesteit zich plaatsen voor ieders bewustzijn. Ze zijn machtig door het gezag, waarmee zij optreden. Een vader bewijst zijn gezag aan zijn kinderen niet, maar houdt het staande met droit divin. En zo doet de Heilige Schrift. Zij heeft haar gezag in de gemeente van Christus gehandhaafd tot op deze dag; zij heeft alle gelovigen, en onder hen de grootste geesten en de edelste zielen, doen buigen voor haar autoriteit. Welke macht ter wereld is met die van de Schrift te vergelijken? Het testimonium Spiritus Sancti is de zegepraal van de dwaasheid van het kruis over de wijsheid van de wereld, de triomf van de gedachten van God over de overleggingen van de mens. In deze zin bezit het getuigenis van de Heilige Geest een uitnemende apologetische waarde. Dit toch is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof. 1 Hofmann, Weiss. und Erf. I45 v. Kuyper, Enc. II 315. Bavinck, Herman. Gereformeerde dogmatiek. Deel 1. 2e druk. Kampen: J. H. Bos, 1906. (revised) [450] |
Please send all questions and comments to Dmytro (Dima) Bintsarovskyi:
dbintsarovskyi@tukampen.nl